De therapieën in de digestieve oncologie zijn gericht op de behandeling van kanker in het spijsverteringsstelsel (zoals in de slokdarm, maag, darmen, alvleesklier, lever, galblaas en de anus). Afhankelijk van het type, de locatie en de fase van de kanker worden verschillende behandelingsopties toegepast. De belangrijkste therapieën in de digestieve oncologie zijn:

​

Chirurgie ​​

​

• Doel: Verwijderen van de tumor of een deel van het aangetaste orgaan.

• Toepassing: Chirurgie wordt vaak toegepast bij vroege stadia van kanker of als de tumor lokaal beperkt is of goed reageert op eerdere chemo. Soms kan een deel van de darm, de maag of de lever worden verwijderd, afhankelijk van de tumorlocatie.

​

Chemotherapie​​​

​

• Doel: Het gebruik van medicijnen om kankercellen te doden of hun groei te remmen.

• Toepassing: Chemotherapie kan worden gegeven als primaire behandeling, maar wordt ook vaak gebruikt na een operatie om restkanker te elimineren of om kankercellen die zich hebben verspreid (metastasen) te behandelen.

​

Bestraling (Radiotherapie)​​

​

• Doel: Het gebruik van hoogenergetische stralen om kankercellen te doden of de tumorgroei te remmen.

• Toepassing: Dit kan zowel als primaire behandeling worden gebruikt, of na een operatie om eventuele achtergebleven kankercellen te doden. Het wordt ook vaak ingezet om symptomen van gevorderde kanker, zoals pijn, te verlichten.

​

Immunotherapie​

​

• Doel: Het versterken van het immuunsysteem van de patiënt, zodat het lichaam zelf de kankercellen beter kan herkennen en vernietigen.

• Toepassing: Immunotherapie is een opkomende therapie die steeds vaker wordt gebruikt, vooral bij kankers die moeilijk te behandelen zijn, zoals bepaalde vormen van darmkanker (zoals microsatelliet-instabiliteit positieve tumoren).

 

Gerichte therapieën (Targeted therapy)​

​

• Doel: Het blokkeren van specifieke moleculaire processen die verantwoordelijk zijn voor de groei en verspreiding van kanker.

• Toepassing: Gerichte therapieën richten zich op specifieke mutaties of eiwitten in kankercellen en kunnen in sommige situaties effectiever zijn en minder bijwerkingen veroorzaken dan traditionele chemotherapie.

​​

Hormonale therapie

​

• Doel: Sommige kankersoorten, kunnen gevoelig zijn voor hormonen. Hormonale therapie blokkeert de werking van deze hormonen of vermindert de productie ervan om de tumor te stoppen in zijn groei.

• Toepassing: Bij neuro endocriene tumoren wordt hormonale therapie soms toegepast.

​

Palliatieve zorg​

​

• Doel: Het verbeteren van de kwaliteit van leven voor patiënten met gevorderde kanker. Dit omvat pijnbestrijding, symptoomverlichting en emotionele en psychologische steun.

• Toepassing: Patiënten in een vergevorderd stadium van kanker kunnen baat hebben bij palliatieve zorg om de symptomen te verlichten, zoals pijn, misselijkheid, en vermoeidheid.

​​

Endoscopische behandelingen​

​

• Doel: Minimale invasieve technieken zoals endoscopie worden vaak gebruikt om tumoren te verwijderen, weefselmonsters te nemen voor biopsieën, of om obstructies te verhelpen.

• Toepassing: Bijvoorbeeld bij kanker van de slokdarm of maag kunnen endoscopische behandelingen gebruikt worden om tumoren te verwijderen of stents in te brengen om de doorgankelijkheid van de darm te herstellen.